[one_fifth][/one_fifth][three_fifth]
Ik was bij een condoleance van de partner van een cliënt van mij. Het was miezerig, donker, koud en toch stonden er veel mensen buiten te wachten in de rij om hun condoleances te geven aan de familie. Het is jammer dat een overledene nooit weet hoeveel mensen hun laatste eer aan ze bewijzen en zij horen nooit meer de gedachten en woorden van anderen over zichzelf. Na een tijdje schuifelend stond ik voor mijn cliënt. Zij was verdrietig, vermoeid, maar ik zag ook een opluchting. Die opluchting bevestigde ze met haar woorden: ‘het was goed zo, het ging ook niet meer, hij heeft nu rust’. Naast haar stonden veel familieleden met hun eigen verdriet.
`Vechten´ tegen de wereld
Toen ik terug liep naar de auto, moest ik weer denken aan de eerste keer dat ik haar zag. Een lieve, zachtaardige vrouw, die moeite had met het omgaan van de ziekte van haar man en zich daarbij een beetje kwijt was geraakt. De stap van haar om bij mij te komen, vond ze best groot, maar ze wilde verder. Ze moest het straks ook alleen doen en ze wilde zich weer sterker voelen om te ‘vechten’ tegen de wereld. Ze wilde zich veerkrachtiger voelen en voor zichzelf durven opkomen.
Om daar te komen kwam veel oud zeer, maar ook nieuw zeer naar boven. De eenzaamheid die zij voelde, niet alleen in het verwerken van deze ziekte, maar ook door de afwezigheid van de omgeving. Weinig mensen lieten wat van zich horen. In het begin was er genoeg aanloop geweest en je raadt het al, dat was eigenlijk te veel. Maar later werd het akelig stil en werd haar en hun wereldje steeds kleiner. Ze had daar verdriet over, vooral voor haar partner. En juist nu had zij zo hard haar eigen tijd nodig en dat voelde voor haar zo dubbel. We hebben samen gezocht naar die mogelijkheden waarbij zij tijd voor zichzelf kon nemen, voor zichzelf kon opkomen en toch ook voor hem er te zijn. En dat was gelukt. Met als gevolg dat ze zich beter ging voelen, sterker stond in het omgaan met zijn ziekte en ook nog plezier kon hebben.
Condolenaces en leven van alledag
Eind vorig jaar kreeg ik van haar een bericht dat het snel achteruit ging met haar man en vorige week is hij overleden. Haar soul mate waar ze de laatste maanden (en jaren) voor gezorgd heeft, ondanks haar eigen gezondheid. Ik hoop dat een aantal van al die mensen die ik zag op de condoleance nog eens aan haar denken en in actie komen. Een belletje, een kaartje of een bezoekje.
Nabestaanden waarvan een geliefde (man, vrouw, kind…) is overleden, ervaren dit echter niet altijd. In het begin is er veel aandacht voor het verdriet, maar de omgeving wordt al snel opgeslokt door het leven van alledag. Bij de nabestaanden niet. Het verdriet en het rouwproces kan jaren duren. Het is voor ieder mens anders.
Afstand en eenzaamheid
Als iemand hoort dat ze de diagnose kanker hebben, zet dat hun hele leven op de kop. Er komt immens veel op je af; behandelingen, keuzes maken, verlies van functioneren. En dan merk je zelfs dat mensen afstand van je nemen. Vaak vanwege de angst om iets te moeten vragen, want kanker is nog steeds ‘eng’. Of omdat ze niet weten wat ze moeten zeggen, de aanname dat je er liever niet over praat of omdat hun eigen sterfelijkheid zo dichterbij komt. Zo zijn er veel redenen waarom mensen afstand nemen en misschien zelfs niets meer van zich laten horen. Niet voor niets zegt men dan: in tijden van nood leert men zijn vrienden kennen. Het is meestal geen onwil van de omgeving, meer een angst voor het onbekende.
De eenzaamheid en het verdriet die daardoor ontstaan kan je als kiespijn missen, maar nestelt zich toch in je. Ondanks dat je duidelijk maakt dat het je niets doet. Ook als naaste kan dit je treffen; vrienden en familie die niet meer langskomen. Collega’s die nooit eens wat aan je vragen. En misschien heb je ook niet altijd zin om erover te praten, het kwetst je enorm als niemand vraagt hoe het nu met jou gaat!
Schuif je eigen ongemak opzij
Wees niet bang om een vraag te stellen, vertel anders dat je niet goed weet wat je moet zeggen. Vaak zijn directe vragen juist de vragen die men wil horen. Vraag eens hoe het met de partner gaat. Degene die ziek is verdient de aandacht zeker, maar naasten hebben op hun manier ook deze ziekte. Zij verdienen ook aandacht. Stuur af en toe een kaartje, bel eens op. Ook als het leven van alledag je weer opslokt. Het gaat echt om de aandacht die jij hen kan geven, schuif je eigen ongemak opzij en zie hoe het gewaardeerd wordt.
“Het moeilijke aan eenzaamheid is het alleen staan in je pijn.
Want kon je die gevoelens kwijt, dan zou je niet meer eenzaam zijn”
(Martijn Gijzemijter)
[/three_fifth][one_fifth_last][/one_fifth_last]